Onderwijs en bescherming tegen kinderarbeid

Groep 1/2 

Opdracht 1: Wij hebben vandaag het plaatje van het werkende meisjes bekeken. Wij vinden het heel zielig dat zij moet werken. Wij vinden dat zij naar school moet. Ook mag ze heel veel leuke dingen doen op school. Welke dingen dat zijn, kunnen jullie hieronder zien. We hebben namelijk allemaal 1 ding bedacht waarvan wij vinden dat kinderen dit zouden moeten doen i.p.v. werken.

Opdracht 2:

Wij hebben allemaal in tweetallen een zin bedacht en hier een lang gedicht van gemaakt. Het onderwerp van ons gedicht was: Wat mag je doen als je een kind bent?

Groep 3/4

Opdracht 1: Wij hebben het plaatje van Momotaz bekeken. Wij vonden het allemaal zielig of verdrietig dat zij moet werken en niet naar school gaat. Ook hebben wij oplossingen bedacht om Momotaz te helpen. Dit hebben wij bedacht:

• Een boot vol met geld naar haar te sturen.

• Haar ouders te laten werken.

• Dat wij haar een paar uurtjes gaan helpen.

• Dat Momotaz bij ons op bezoek komt.

• Dat we een kruiwagen naar haar sturen.

Opdracht 2:

Groep 5/6

Groep 5-6 uitdaging 2  

Groep 7/8

Hoi, wij hebben deze actietekst gemaakt, omdat wij kinderen willen helpen in arme landen.

Wij vinden dat iedereen naar school moet, omdat ze dan later een beroep kunnen doen.

Groetjes Puk en Yvon

LOT Roos rechten

Wij staan voor onze rechten,

En zullen er voor vechten.

In Nederland gaat alles wel goed,

maar in sommige landen is het

leven van een kind niet zoals het moet.

Ooit zal er geen kinderarbeid meer zijn,

Nooit meer werken in die stoffige mijn.

Kinderen hebben ook rechten,

Rechten en daar zullen we voor vechten!

Voor Momotaz van,

Senna & Joëlle

Verhaal:

Au roept Momotaz terwijl, ze op haar vinger slaat. Haar moeder komt er gelijk aan. En vraagt gelijk wat er is. Ik sloeg op mijn vinger huilt Momotaz. Kunnen we niet iets anders doen om geld te verdienen al onze kosten gaan al naar het ziekenhuis voor men vinger. Ik zal kijken maar, het goeie werk is meestal binnen de kortste keren al bezet zegt moeder. Nu snel doorgaan anders wordt de baas boos en krijgen we niet betaalt. De dag is bijna af maar toch slaat ze de vinger wel een paar keer kapot. Het is s ’nachts en ijskoud want, er is geen geld om dekens te kopen. En ze moeten van s’ochtends tot s ’avonds laat werken dus hebben ze het heel vaak koud. Ze wou dat ze naar school kon in plaats van werken. En net zoals bijna alle kinderen in Europa. En elke dag gaat de tijd veel trager. Maar gelukkig heeft ze elke zondag vrij en kan ze met haar vriendinnen spelen of zo. Maar ze baalt als het weer maandag is want dan begint de week weer. En moet ze weer werken en zo herhaalt haar leven. Het volgende weekend heeft haar moeder goed nieuws. Ze heeft een baan in Nederland ze moeten wel verhuizen. Na een kort overleg gaan ze naar morgen vertrekken we Nederland. In het vliegtuig vraagt   Momotaz wat ga jij eigenlijk doen moeder zegt dat ze als bouwvakker wat dat een bouwvakker vraagt Momotaz die bouwt huizen van stenen? Onze stenen vraagt Momotaz nee veel betere stenen zegt moeder. Stenen die in een fabriek worden gemaakt zegt moeder maar, waarom moesten wij dan andere stenen maken vraagt  Momotaz    

Guus, Rens en Daan